Welke ontwikkeling maakte Anne tijdens de onderduik door?
'Anne werd tijdens de onderduik steeds volwassener. Van de verliefdheid tussen haar en Peter heb ik niets gemerkt. Anne interesseerde zich voor hetgeen in de wereld gebeurde. Als ik met haar sprak, had ik het gevoel dat ik met een volwassen mens sprak. Ik kon haar alles vertellen en mijn mening geven. Zo ver was ik niet op die leeftijd en dat viel mij op. En dan dacht ik: "Gutgut kind, zo jong en al zo praten".'
Ze vroeg alles aan iedereen. Dan kwam ik beneden en dan vroeg Kleiman: "Heeft zij jou ook weer zoveel gevraagd?" En dan nam ik het toch weer voor haar op. Ik antwoordde: "Ja, het hemd van m'n lijf heeft zij gevraagd, maar laten we nou blij zijn dat zij zoveel vraagt. Stel je voor dat Anne zegt: Ik hou het niet meer uit. Nou ik zie het al voor me: een huilende Anne, een krijsende Anne! Wat moeten wij daarmee beginnen?" "Ja" zei Kleiman, "je hebt gelijk".'
Wist u dat Anne schreef?
'We wisten allemaal dat ze een dagboek erop nahield. Want wij gaven haar papier. Maar schrijven, dat deed ze helemaal alleen. En ik ben ervan overtuigd dat noch haar vader, noch haar moeder, ooit aanwezig zijn geweest terwijl ze schreef. Ik heb het 'genoegen' gehad dat ik haar een keer gestoord heb bij het schrijven. Ik ging naar de slaapkamer van de Franks. Ik kwam naar binnen en zag haar bij het raam zitten schrijven. Ik dacht: O jé, nou stoor ik haar tijdens het schrijven in haar dagboek. En dat was me niet aangenaam. Ik vroeg me af, wat zal ik doen: Zal ik weggaan of naar haar toe gaan?
Op dat moment blikte ze op. Zij keek me aan met een blik die ik nooit zal vergeten. Dat was niet de Anne die ik kende, dat vriendelijke charmante kind. Ze keek me woedend aan, verbeten. En toen stond Anne op, sloeg haar dagboek dicht en keek me uit de hoogte aan. "Ja", zei ze, "en over jou schrijf ik ook." Ik wist niet wat ik zeggen moest. Het enige wat ik nog eruit kon brengen, was: "Nou, dat zal wat moois worden." En weg ging ik, naar het kantoor. Ik ging achter mijn bureau zitten en was er kapot van. Gelukkig vroeg Bep niet aan mij wat er gebeurd was. Daar ben ik tot de dag van vandaag nog blij om. Want ik had het niet kunnen vertellen en ook niet willen vertellen. Want ik voelde me klein...'