‘En dan stond zij daar, mager, in haar te kleine kleren, met een wit gezicht, want ze waren al zo lang niet meer buiten geweest...’
Ernstige maagklachten
Soms gaat Johannes in het weekend met zijn vrouw op bezoek bij de onderduikers. Na de oorlog vertelt hij daarover: ‘Als mijn vrouw meekwam, bekeek Anne haar met een haast onaangename nieuwsgierigheid. Ze vroeg ook naar Corrie, onze dochter. Ze wilde weten wat ze deed, wat voor jongensgeschiedenissen er speelden, hoe het bij de hockeyclub was en of Corrie verliefd was. En dan stond zij daar, mager, in haar te kleine kleren, met een wit gezicht, want ze waren al zo lang niet meer buiten geweest, en mijn vrouw nam altijd iets voor haar mee, een paar sandalen of een doek, maar de distributiebonnen waren schaars en voor de zwarte markt hadden wij niet genoeg geld.’
Toch eist de spanning die de geheime hulp aan de onderduikers met zich meebrengt, ook zijn tol. Johannes sukkelt met zijn gezondheid en kampt met ernstige maagklachten. Helper Miep Gies na de oorlog over een doktersbezoek Johannes: ‘De dokter kon niet vermoeden dat Kleiman, diepbezorgd over de veiligheid van onze ondergedoken vrienden, een uitzonderlijk zware last van spanning en verantwoordelijkheid had getorst.’