Margot Frank

Margot Frank is vooral bekend als ‘zus van’ en staat in de schaduw van Anne. Het beeld dat van haar bestaat, is vooral gebaseerd op Annes kritische blik. Hoe zagen anderen haar en wat is er bekend over haar leven?

Margot Betti Frank wordt geboren op 16 februari 1926 in Frankfurt am Main. Ze is het eerste kind van Otto en Edith Frank. Trotse moeder Edith noteert alles in een babyboek: van de cadeautjes tot de eerste keer ‘mama’ en de eerste stapjes. Volgens Kathi, de hulp in de huishouding, is Margot ‘een prinses’: netjes en voorzichtig.

Margot begint haar schoolcarrière in Duitsland. Ze ‘was erg vlijtig!’, noteert haar leraar op haar eerste rapport. Als 7-jarige belandt Margot in Nederland. Haar ouders besluiten dat een reguliere Nederlandse basisschool in de buurt het beste voor haar is.

Uit Margots rapporten blijkt dat ze de nieuwe taal snel oppikt. Aan het eind van het schooljaar scoort zij al een 3 op een schaal van 5. En aan het einde van de lagere school is het 4 uit 5.

‘We voelen ons nooit veilig, omdat we direct aan Duitsland grenzen en maar een klein landje zijn.’

‘Spannende tijden’

Na de basisschool gaat Margot naar het Meisjeslyceum en ook daar blinkt zij uit. Haar rapportcijfers zijn voor het merendeel achten en negens. Zij is sterk in de exacte vakken, in wiskunde scoort zij een negen. Volgens schoolvriendin Jetteke Frijda was Margot ‘overal de beste in, maar ze bleef bescheiden. Je kon haar vertrouwen, je kon op haar steunen. Over zichzelf vertelde Margot weinig, ze was erg gesloten.’

In de tweede klas legt haar lerares Engels contact met scholieren in de VS. Margot begint  te corresponderen met Betty Ann Wagner. Uit haar brief 27 april 1940 blijkt dat zij oog heeft voor de oorlogsdreiging: ‘We luisteren vaak naar de radio, want het zijn spannende tijden. We voelen ons nooit veilig, omdat we direct aan Duitsland grenzen en maar een klein landje zijn.’ Door de Duitse inval - twee weken later - zal het bij deze ene brief van haar kant blijven.

Margot krijgt een oproep voor een werkkamp

Vanaf mei 1940 bezetten de Nazi’s Nederland. De antisemitische maatregelen beperken het leven van de Joden in Nederland steeds verder. Na de zomervakantie van 1941 moet Margot van het Meisjeslyceum af en de overstap maken naar het Joods Lyceum.

Hetty Last, een klasgenoot van Margot op het Meisjeslyceum, herinnert zich dat Margot een aantal keer met haar fiets bij het Meisjeslyceum stond te wachten, toen de school uitging. ‘Ik denk dat zij haar oude school en haar niet-Joodse vriendinnen erg miste.’ Als Joden ook niet meer mogen sporten, moet Margot tennissen en roeien opgeven.

Margots eerste rapport van het Joods Lyceum, dat zij op 3 juli 1942 krijgt, is geen verrassing. Anne schrijft in haar dagboek: ‘Schitterend zoals gewoonlijk. Als cum laude bij ons zou bestaan, was ze zeker met lof overgegaan, zo een knappe bol!’ Twee dagen later staat Margots leven op z’n kop, als zij een oproep krijgt voor een werkkamp. Haar ouders vrezen voor haar leven en besluiten meteen de volgende dag onder te duiken.

Droomberoep: kraamverzorgster

Vanaf 6 juli 1942 houdt Margot zich samen met haar ouders en Anne schuil in een leegstaand gedeelte van haar vaders bedrijf. Zij deelt een kamertje met haar zus. Een week later voegt het gezin Van Pels zich bij hen en in november volgt Fritz Pfeffer. Dan zijn er acht onderduikers op twee etages. Vanaf het moment dat Fritz Pfeffer erbij komt, slaapt Margot bij haar ouders op de kamer. Voor een meisje van zestien zal dat niet gemakkelijk zijn geweest. 

Margot werkt hard in het Achterhuis. In haar dagboek maakt Anne een indrukwekkende lijst van wat Margot allemaal leert en leest: ‘Engels, Frans, Latijn volgens schriftelijke cursussen, Engelse steno, Duitse steno. Nederlandse steno, Mechanica, Goniometrie, Stereometrie Natuurkunde, Scheikunde, Algebra, Meetkunde, Engelse literatuur, Franse literatuur, Duitse literatuur, Nederlandse literatuur, Boekhouden, Aardrijkskunde, Moderne geschiedenis, Biologie Economie, leest alles, liefst over godsdienst en medicijnen.’

Daarnaast geeft Margot ook Nederlandse bijles aan Fritz Pfeffer. Voor zichzelf ziet Margot een toekomst weggelegd als kraamverzorgster in Palestina.

Alleen in het Achterhuis

Uit Annes dagboek blijkt trouwens dat Margot ook een dagboek bijhield. ‘Gisteren avond lagen Margot en ik samen in mijn bed, het was onnoemelijk klein maar juist grappig, ze vroeg of ze soms mijn dagboek mocht lezen, ik zeg sommige stukken wel, en toen vroeg ik naar de hare dat mocht ik dan ook lezen.’ Dat dagboek is niet bewaard gebleven. 

Volgens helpster Miep Gies is Margot erg stil en teruggetrokken in het Achterhuis. Hoe alleen zij zich voelt, wordt duidelijk als Anne en Peter verliefd worden op elkaar. Als Anne vermoedt dat ook haar zus gevoelens heeft voor Peter, ontkent Margot dat. In een briefje aan Anne schrijft zij: ‘Ik vind het alleen voor mijzelf een beetje jammer, dat ik nog niemand gevonden heb en voorlopig zeker niet zal vinden, met wie ik over mijn gedachten en gevoelens zou kunnen spreken.’

‘De blik in de ogen van Margot zal ik me mijn leven lang herinneren.’

‘Margot huilde zachtjes’

Het lukt de onderduikers om meer dan twee jaar uit de handen van de nazi’s te blijven, maar op 4 augustus 1944 slaat het noodlot toe. Nederlandse agenten, onder aanvoering van SS-Hauptscharführer Karl Josef Silberbauer vallen het Achterhuis binnen en arresteren de acht onderduikers en twee helpers. Volgens helper Victor Kugler, die bij de arrestatie aanwezig was, ‘huilde Margot zachtjes’.

Via het doorgangskamp Westerbork belanden de acht onderduikers in het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. Op het perron worden de mannen en vrouwen van elkaar gescheiden.

Vlektyfus

In Auschwitz-Birkenau moeten Margot en de andere gevangenen graszoden steken of stenen sjouwen. De kampleiding organiseert met enige regelmaat selecties: wie volgens de nazi-artsen geschikt is om te werken wordt richting nazi-Duitsland gedeporteerd, zieke of ernstig verzwakte gevangenen worden vermoord in de gaskamer.

Margot en Anne maken deel uit van een groep die in de nacht van 1 november op de trein wordt gezet naar concentratiekamp Bergen-Belsen. Na een barre tocht komen zij in dat overvolle kamp aan. 

De omstandigheden in Bergen-Belsen zijn verschrikkelijk, er is weinig eten en de hygiënische omstandigheden zijn slecht. Er breken besmettelijke ziekten uit. Margot en Anne raken besmet met vlektyfus. Medegevangene Rachel van Amerongen-Frankfoorder herinnert zich: ‘Ze kregen die weggetrokken gezichten, dat vel over been. (...) Je zag ze werkelijk doodgaan, beiden, met anderen.’

Margot Frank bezwijkt, net als haar zusje Anne, in februari 1945 aan vlektyfus, twee maanden voor de bevrijding van het kamp door Britse militairen.

Noten
  1. Schnabel, Ernst, Anne Frank: Spur eines Kindes - ein Bericht (Frankfurt am Main: Fischer Bücherei, 1958), p. 15.
  2. "Margot moet ook genoemd worden". http://www.annefrank.org/nl/Museum/Tentoonstellingen/Wisseltentoonstellingen/Margot-zusje-van-Anne/Margot-Frank-items/Interview-Jetteke-Frijda/ [13 november 2018].
  3. Anne Frank Stichting [AFS], Anne Frank Collectie: Margot Frank aan Betty Ann Wagner, 27 april 1940.
  4. AFS, Getuigenarchief: Interview met Hetty Last.
  5. Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie [NIOD], De dagboeken van Anne Frank (Amsterdam: Bakker, 2001), B-versie, 5 juli 1942.
  6. NIOD, De dagboeken van Anne Frank, A-versie, 16 mei 1944.
  7. NIOD, De dagboeken van Anne Frank, A-versie, 14 oktober 1942.
  8. NIOD, De dagboeken van Anne Frank, A-versie, 20 maart 1944.
  9. Shapiro, Eda & Kardonne, Rick (ed.), Victor Kugler: the man who hid Anne Frank (Jerusalem: Gefen, 2008), p. 53
  10. Lindwer, Willy, De laatste zeven maanden. Vrouwen in het spoor van Anne Frank (Hilversum: Gooi en Sticht, 1988), p. 118.