In het najaar van 1942 kopen de helpers zes zakken gedroogde bruine bonen voor de onderduikers. Peter hijst ze naar zolder, maar een zak van 25 kilo scheurt open.
Sporen van de onderduikers
Verhaal van de achtergebleven bonen
‘Gauw gingen we aan 't rapen, maar bonen zijn zo glad en klein dat ze in alle mogelijke en onmogelijke hoekjes en gaatjes rollen.’
Zelfs na zijn terugkeer uit Auschwitz vindt Otto nog een paar bonen terug tussen de spleten van de trap in het Achterhuis. Deze zijn aan de collectie toegevoegd.