Frieda Brommet werd in 1925 in Amsterdam geboren. Door de oorlog en de anti-Joodse maatregelen moest zij van school af en onderduiken. In juli 1944 werd zij opgepakt. Frieda was negentien jaar oud toen zij met het laatste transport, op 3 september 1944, van kamp Westerbork naar vernietigingskamp Auschwitz werd weggevoerd. In Auschwitz werd zij ernstig ziek en in de ziekenbarak opgenomen. Dat heeft haar het leven gered, vertelde ze na de oorlog. In januari 1945 werd het kamp bevrijd door het Sovjet-leger.
De familie Brommet woonde net als de familie Frank in de Rivierenbuurt in Amsterdam. Beide families doken onder en werden uiteindelijk gearresteerd en naar doorgangskamp Westerbork afgevoerd. Ook zaten zij in hetzelfde transport van Westerbork naar Auschwitz. Frieda overleefde de oorlogsverschrikkingen in Auschwitz, samen met haar moeder. Van de familie Frank overleefde alleen Otto Frank, die ook in de ziekenbarak in Auschwitz lag toen het Sovjet-leger het kamp bevrijdde.
Na de oorlog trouwde Frieda met Herman Samuel Menco, die Auschwitz ook had overleefd. Ze kregen twee zoons. Over de oorlogsverschrikkingen deed Frieda regelmatig verslag, voor de camera en op scholen. Ook met de Anne Frank Stichting deelde zij haar verhaal. Daarbij gaf zij ook aan: “Wat ik vandaag de dag nog kan doen, tegen onverschilligheid en tegen onrechtvaardigheid. Dat is voor mij de basis van alles.” Op 15 maart 2011 was Frieda in het Anne Frank Huis bij de opening van de tentoonstelling ‘Margot, zus van Anne’. Zij zag er prachtig uit en poseerde voor onze fotograaf, samen met andere klasgenoten, vriendinnen en bekenden van Margot Frank.