Hoe het Anne Frank na haar arrestatie vergaat, tot haar overlijden in concentratiekamp Bergen-Belsen in februari 1945, weten we alleen uit getuigenissen. Otto Frank, Annes vader, overleeft als enige van de acht onderduikers van het Achterhuis de oorlogsverschrikkingen.
Hoe zijn Anne Frank en haar medeonderduikers ontdekt?
Deze vraag is nog altijd onbeantwoord en houdt mensen nog altijd bezig. Otto Frank en zijn helpers, die de oorlog eveneens overleven, vermoeden verraad. Concrete bewijzen hebben ze echter niet. Een rechtszaak tegen een vroegere magazijnmedewerker loopt daarom op niets uit. Otto Frank schrijft in 1975 in een brief hierover: “Aangezien er geen bewijzen zijn, kon onze vroegere magazijnbediende ook niet achtervolgd worden. Wel hoorde ik dat de man jarenlang onder het verdacht geleden heeft omdat zijn buren hem gemeden hebben. Natuurlijk had ik graag de verrader bestraft gezien, maar zonder bewijzen kon ik niets verder ondernemen.”
Onderzoek arrestatie
De magazijnbediende is een van de personen die met de arrestatie van Anne Frank in verband wordt gebracht. Andere personen en omstandigheden volgen. Altijd wordt gesproken van verraad. Vreemd is die veronderstelling niet, omdat Joden op grote schaal zijn verraden. Onderzoek van de Anne Frank Stichting uit 2016 laat zien dat voor een geval van ‘alledaags’ verraad deze geschiedenis verschillende opmerkelijkheden bevat. Het onderzoek laat zien dat er in het bedrijfspand aan de Prinsengracht 263 meer aan de hand was dan het verbergen van onderduikers. Er was sprake van illegale arbeid en bonnenhandel. Het onderzoek levert een nieuwe invalshoek op: mogelijk doorzocht de Sicherheitsdienst het pand vanwege illegale arbeid en bonnenfraude en kwamen de agenten hierbij op het spoor van Anne Frank en de zeven andere onderduikers.