Na het Achterhuis, dat morgen verschijnt, vervolgt de zoektocht die Otto Frank, die als enige van de acht onderduikers van het Achterhuis de Holocaust overleeft, is begonnen. Het boek is een gedetailleerde en aangrijpende reconstructie en levert verschillende nieuwe inzichten op.
Ultieme poging
Na het Achterhuis is een ultieme poging om, op basis van diepgravend archiefonderzoek en beschikbare getuigenissen, zo precies mogelijk te reconstrueren wat er na de arrestatie op 4 augustus 1944 is gebeurd met de acht onderduikers van het Achterhuis: Otto en Edith Frank en hun dochters Margot en Anne, Hermann en Auguste van Pels en hun zoon Peter en Fritz Pfeffer. Door het bijeenbrengen van al het beschikbare archiefmateriaal, aangevuld met getuigenverklaringen en ‘indirect bewijs’, is geprobeerd om zo dicht mogelijk bij de kampervaringen van de acht onderduikers te komen. Bovendien wil het boek laten zien hoe de verhalen van de hoofdpersonen kunnen worden begrepen in de bredere historische context van genocide en vervolging door het naziregime.
Leven in de kampen
Het boek geeft een omvattend antwoord op de vraag hoe het dagelijks leven van de acht personen in zeven verschillende concentratie- en vernietigingskampen eruit heeft gezien. Met behulp van bestaande literatuur en documentaires, zoals Willy Lindwers documentaire De laatste zeven maanden van Anne Frank, en talrijke getuigeninterviews en archiefbronnen komt hun confrontatie met geweld, kou, honger en ziekte op indringende wijze in beeld. Hierdoor weten we nu meer over de werkzaamheden die de acht onderduikers in de kampen moesten verrichten, met welke andere gevangenen ze een barak deelden en wanneer en onder welke omstandigheden ze werden geselecteerd en doorgestuurd naar een ander kamp. Zo wordt duidelijk dat van de mensen die samen met de acht onderduikers op 3 november in Auschwitz aankwamen een relatief groot aantal de eerste selectie voor onmiddellijke vergassing wist te overleven en voor dwangarbeid werd ingezet. Ook is gebleken dat tandarts Fritz Pfeffer tussen 10 en 18 november 1944 met andere artsen en tandartsen van Auschwitz naar Neuengamme is gedeporteerd. En er wordt meer duidelijk over de positie van Peter van Pels in Auschwitz. Zijn baantje bij de postdienst was niet alleen belangrijk voor zijn eigen gevangenschap, maar ook voor die van Otto Frank, die daardoor net aan genoeg voedsel kon komen om te overleven.
Nieuwe inzichten
Bas von Benda-Beckmann, historicus en werkzaam bij de Anne Frank Stichting, schreef Na het Achterhuis en putte uit de onderzoeken die de Anne Frank Stichting sinds 2014 naar de kampervaringen van de acht onderduikers van het Achterhuis doet. Bas von Benda-Beckmann: ‘Deze onderzoeken leveren verschillende nieuwe inzichten op. Zo weten we dat Anne en Margot vermoedelijk al begin februari zijn overleden en niet pas eind maart 1945, zoals lang is aangenomen. Dit nieuwe inzicht hebben we in 2015 naar buiten gebracht. Ook weten we meer over de dood van Hermann van Pels en zijn zoon Peter. Hermann van Pels is zo goed als zeker op 3 oktober 1944 vermoord in een van de gaskamers in Auschwitz-Birkenau en Peter is op 10 mei 1945 in Mauthausen overleden, vijf dagen na de bevrijding van het kamp. Hij was zo dichtbij en was slechts 18 jaar oud. Het nauwgezet volgen van de omstandigheden waarin de onderduikers in de kampen verbleven en hoe zij aan hun eind zijn gekomen, maakt hun geschiedenis nog tastbaarder en nog pijnlijker.’
Anne Frank Stichting en Querido
Na het Achterhuis wordt uitgegeven door Querido in samenwerking met de Anne Frank Stichting. Auteur Bas von Benda-Beckmann (1976) is historicus en werkt bij de Anne Frank Stichting. Eerder schreef hij De Velser Affaire, dat op de shortlist stond van de Libris Geschiedenis Prijs, en Het Oranjehotel, dat eveneens genomineerd werd voor dezelfde prijs. Na het Achterhuis is tot stand gekomen met medewerking van Erika Prins, Esther Göbel, Gertjan Broek en Teresien da Silva.
Bas von Benda-Beckmann – Na het Achterhuis / Paperback met foto’s, circa 420 bladzijden / € 22,99 / ISBN 978 90 214 2392 0 / Verschijnt 24 november 2020.