De Duitse veldmaarschalk Friedrich Paulus en zijn Zesde Leger geven zich op 31 januari 1943 over aan het Rode Leger (het leger van de Sovjet-Unie). Van het Duitse leger is bijna niets meer over. Na vijf maanden strijd beleeft Duitsland een verpletterende nederlaag.
Eind augustus 1942 begint het Duitse leger met een grote aanval om de Russische stad Stalingrad in handen te krijgen. De verovering heeft niet alleen een strategisch doel. Omdat de stad de naam draagt van Sovjetleider Jozef Stalin heeft ze een grote symbolische waarde.
Beschietingen en bombardementen verwoesten Stalingrad, maar om de stad te veroveren moeten de Duitse militairen huis-voor-huis vechten met de soldaten van het Rode Leger. Ze worden daarbij beschoten door sluipschutters, die zich tussen de puinhopen verschuilen. Als de strenge Russische winter inzet, wordt de situatie nog slechter.