Terug

De razzia van Putten

1 oktober 1944 Putten

Op 1 oktober 1944 omsingelen Duitse troepen het Gelderse dorpje Putten. Niemand kan er nog in of uit. De reden voor deze razzia is een aanslag door een verzetsgroep op Wehrmacht-officieren. Hierbij stierven een Duitser en één van de verzetsmensen. Na een waarschuwing van een gevluchte officier beveelt de Duitse opperbevelhebber (Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden) Christiansen tot deze vergeldingsactie.

Alle inwoners van Putten moeten zich melden op het Kerkplein, midden in het dorp. Alleen zieken, ouderen en moeders met baby’s mogen in hun huizen blijven. Op het plein scheiden de Duitsers de mannen van de vrouwen. Meer dan honderd huizen worden in brand gestoken en zeven mensen doodgeschoten. ‘s Avonds mogen de vrouwen, en mannen jonger dan 18 of ouder dan 50 jaar, naar huis.

De achtergebleven mannen blijven een nacht opgesloten in een school en een bedrijfshal. Op 2 oktober worden ze naar buiten geroepen. Wie lid is van de NSB of met de Duitsers samenwerkt mag gaan. De 659 overgebleven mannen worden naar Kamp Amersfoort gedeporteerd. Enkele tientallen worden daar vrijgelaten. De anderen gaan op transport naar het Duitse kamp Neuengamme. Onderweg lukt het dertien mensen om te ontsnappen door uit de trein te springen.

In Neuengamme en andere kampen moeten de mannen heel zwaar werk doen. De meesten sterven na een paar maanden aan uitputting, ondervoeding en ziekte. Maar 48 van hen overleven deze periode.

Vanaf de herfst van 1944 wordt de Duitse bezetter steeds gewelddadiger. Verzetsdaden worden regelmatig met executies van onschuldige burgers vergolden.