Op 10 mei 1940 valt Duitsland Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk binnen. Luxemburg wordt nog dezelfde dag bezet. Nederland geeft zich over op 15 mei, België op 28 mei. Groot-Brittannië steunt Nederland, België en Frankrijk, maar trekt zich later terug.
Duitsland valt Nederland, België en Frankrijk aan
10 mei 1940 West-Europa
Op 5 juni begint de Wehrmacht, het Duitse leger, een grote aanval op Frankrijk. Op 14 juni bezet het Duitse leger Parijs. De Franse regering en veel inwoners van de stad zijn dan al gevlucht. Het lukt de Franse regering niet om goed leiding te geven aan het leger en ze verliezen het vertrouwen van het volk. De Franse premier treedt af en maarschalk Philippe Pétain volgt hem op.
Op 22 juni tekent het Franse leger de overgave in een treinwagon bij Compiègne, een stadje 60 kilometer boven Parijs. De locatie heeft een bijzondere betekenis voor de Duitsers. In 1918, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, tekende Duitsland op deze plek de overgave. Dit zagen veel Duitsers als een grote vernedering.
Duitsland bezet Frankrijk niet helemaal. Ten zuiden van de frontlijn is er een nieuwe Franse regering onder leiding van maarschalk Pétain. Dit ‘Vichy-regime’, vernoemd naar het kuuroord waar de regering zit, werkt samen met de Duitsers. Niet alle Fransen leggen zich hierbij neer. Sommigen gaan in het verzet en anderen vluchten naar Londen. Daar richt generaal Charles de Gaulle de Vrije Fransen op, met het doel de Duitse bezetting van Frankrijk te bestrijden.